OCMW-voorzitter Erik Vanderheiden (CD&V) en directeur Danny Geutjens verwelkomden de Vlaamse ministers van Welzijn en Wonen Jo Vandeurzen (CD&V) en Freya Van den Bossche (SP.A) in het woonzorgcentrum Ter Vlierbeke. De ministers zakten naar Kessel-Lo af om hun nieuwe plannen over assistentiewoningen voor senioren uit de doeken te doen. De keuze viel op Ter Vlierbeke omdat het woonzorgcentrum een goed voorbeeld is van hoe zorg en wonen hand in hand kunnen gaan.
Waarover gaat het? Een assistentiewoning is in principe de opvolger van de serviceflat. De nieuwe woonvorm verschilt door het aanbieden van een aangepaste woonzorgsituatie.
Huisvesting op maat
Concreet gaat het over de combinatie van huisvesting op maat waar ook crisiszorg en assistentie kunnen geleverd worden. Er worden tegelijk mogelijkheden gecreëerd om het sociaal leven van de bewoner in stand te houden of uit te breiden. Het betekent ook dat senioren die nog perfect in staat zijn om zelfstandig te wonen niet meteen hoeven te verhuizen naar een woonzorgcentrum. Het andere verschil met een klassieke woonzorgcentrum is dat er nu ook de mogelijkheid bestaat om stellen samen naar een aangepaste woning met zorg te verhuizen. Dat blijkt bij de huidige situatie niet altijd mogelijk te zijn. Voor het eerst kunnen ook sociale huisvestingsmaatschappijen woningen voor senioren bouwen en verhuren. Dit moet het allemaal mogelijk maken om deze assistentiewoningen voor iedereen toegankelijk te maken. Senioren die het niet al te breed hebben, komen hiermee in aanmerking voor een huursubsidie.
Er wordt in een overbruggingsperiode van 30 jaar voorzien voor de realisatie van deze plannen. Minister Van den Bossche liet weten dat 10 procent van het budget voor sociale woningen zal aangewend worden voor de nieuwe woonvorm. Dat komt neer op jaarlijks 22 à 30 miljoen euro waarmee er 200 tot 300 dergelijke woningen kunnen gebouwd worden. Bij meer vraag behoort een budgetwijziging tot de mogelijkheden.